© DNO
Amsterdam; 27 februari 2016

‘Khovansjtsjina’ bij DNO als boeiende intrige

MUZIKAAL

1. Is DNO trouw aan de muziek of zijn er veranderingen?
– De Nationale Opera (DNO) brengt integraal de opera ‘Khovansjtsjina’ van Modest Moessorgski (1839-1881) in de voltooide versie van Dmitri Sjostakovitsj. Deze editie beleefde zijn première in 1960 en is te prefereren boven de versie van Rimsky-Korsakov uit 1886, want Sjostakovitsj bleef dichter bij het klankideaal van Moessorgski. *****

2. Zijn de zangers rollendekkend?
– De zangers zullen niet de geschiedenisboeken ingaan als legendarische vertolkers van hun rollen. De Bulgaarse bas Orlin Anastassov zong Dosifej al in 2013 in Parijs. Hij heeft geen bulderende, profundo bas en in de hoogte is zijn geluid niet breed, maar geknepen. De Georgische mezzosopraan Anita Rachvelishvili voegt Marfa aan haar zeer beperkte repertoire toe. Zij is geen bezadigde alt – zoals Moessorgski wenste – maar weet Marfa uitstekend te portretteren en houdt haar vooral intiem. De Russische bas Dmitry Ivashchenko als Ivan Chovanski – in 2007 al bij de Reisopera als Osmin, nu negen jaren later pas in zijn DNO-debuut – was verkouden, maar sloeg zich prima door de partij. De Hongaarse bas Gábor Bretz is een krachtige, kernachtige Sjaklovity. De Oostenrijks-Amerikaanse tenor Kurt Streit geeft goed personage aan Golitsyn, ook al klinkt zijn hoogte smal en de Russische tenor Maxim Aksenov had opstartproblemen als Andrej Chovanski. Verder noemenswaardig de Russische sopranen Olga Savova als een dramatische Suzanna en Svetlana Aksenova als een mooi lyrische Emma. ***

3. Is de dirigent betrokken bij het podium?
– Dirigent Ingo Metzmacher (Hannover, 1957) was in het verleden twee seizoenen chefdirigent bij DNO. Hij toont zich een operadirigent die weet wat er op het podium aan de hand is. Hij biedt mooie contrasten, geeft fraaie accenten en creëert passende muzikale sferen voor de diverse scènes van ‘Khovansjtsjina’. ****

4. Vormen de (koor- en) orkestleden onderling en samen een eenheid?
– Het grote Nederlands Philharmonisch Orkest speelt gedisciplineerd onder Metzmacher en het uitgebreide koor van DNO zingt met enthousiasme en concentratie de partijen van de plattelandslieden, Streletsen, monniken, Oudgelovigen, boerenmeisjes en hoerslavinnetjes. ****

DRAMATURGISCH

5. Komt de enscenering overeen met het libretto?
– De regie is in handen van Christof Loy (Essen, 1962), die zich eerder bij DNO presenteerde met een zwakke ‘Les Vêpres Siciliennes’ en een sterke ‘Arabella’. Hij vult het verhaal van ‘Khovansjtsjina’ op enkele plaatsen in zonder tegen het libretto in te druisen en hij voegt daarmee extra emotionele lading aan de handelingen toe. ****

6. Wordt er een verhaal verteld?
– Loy probeert het verhaal van ‘Khovansjtsjina’ – dat lijdt aan een zwak scenario – te vertellen door een gedetailleerde personenregie. De boventiteling blijft echter onmisbaar om de lotgevallen te begrijpen. Het verschil tussen de plattelandslieden, Streletsen, monniken, Oudgelovigen en boerenmeisjes komt niet duidelijk uit de verf. Iedereen lijkt op elkaar; de mannen dragen veelal maatkostuums en de vrouwen vestjes. En ofwel lopen zij onbeholpen door elkaar ofwel staan zij stil. Meer smaken heeft Loy niet. ***

7. Hoe is de esthetiek en functionaliteit van de vormgeving?
– Tijdens de ouverture staan de personages als in het schilderij ‘Executie van de Streletsen door Tsaar Peter op het Rode Plein’ uit 1881 van Vasily Surikov en in de finale komen de personages opnieuw in positie in het schilderij. Dit zorgt voor een mooi plaatje. Voor de rest is het decor minimalistisch – twee wanden onder een brede hoek tegen elkaar, eerst wit, dan zwart, dan onderbroken door een ijzeren gordijn – en praktisch. ****

8. Hoe is de integratie regie – muziek?
– In dit minimalistische decor geeft Loy de zangers alle ruimte om naar het publiek te zingen. Een ander blijk van zijn muzikaliteit toont de regisseur in de Perzische dans voor Ivan Kovansjtsjina in de vierde akte. De hoerendans past bij de karakterschets van de vorst. ****

ALGEMEEN

9. Is de productie onderscheidend of spraakmakend?
– Loy brengt met opvallende details nog een aantal accenten aan, die gelegenheid geven tot pauzepraat. Zo vraagt men zich bijvoorbeeld af of alle meisjes van de hoerendans wel meerderjarig waren? Als niet, dan is de productie opzienbarend te noemen. ***

10. Is de productie artistiek innovatief?
– ‘Khovansjtsjina’ wordt geprogrammeerd in het kader van Opera Forward Festival, een nieuw DNO festival dat “met toonaangevend nieuw werk de toekomst van opera verkent”. Wat zo nieuw is aan ‘Khovansjtsjina’ wordt niet duidelijk gemaakt. Het minimalistische decor van de enscenering is niet vernieuwend, zangers die gepositioneerd worden om een schilderij te vormen zag men al vaker (bij DNO ‘Il Viaggio a Reims’ van regisseur Damiano Michieletto) en ook een hoerendans was niet voor het eerst. En het tijdloos maken van een historisch verhaal is eveneens niet nieuw. **

11. Is er Nederlandse betrokkenheid bij de productie (zangers, regisseur, ontwerpers, dirigent)?
– Er zijn enkele seconden durende optredens van de Nederlandse bas Roger Smeets als de vertrouweling van Golitsyn Varsonofjev aan het begin van de tweede akte, de Nederlandse tenor Richard Prada als de handlanger van Golitsyn aan het begin van de vierde akte en de Nederlandse tenor Morschi Franz als de heraut Stresjnev in de finale IV. Te weinig voor een opera met 18 solisten!
NB: Richard Prada zingt de tenorpartij van de handlanger van Golitsyn en niet de baspartij van de vertrouweling, zoals DNO onjuist vermeldt. *

12. Hoe is het bezoekersaantal in verhouding tot de zaalcapaciteit?
– Het Muziektheater was bij de première bijna uitverkocht, terwijl de overige voorstellingen van ‘Khovansjtsjina’ absoluut nog niet vol zijn. Niet alle bezoekers keerden na de tweede pauze terug naar de voorstelling. Met belangstelling wordt uitgekeken naar de zaalbezetting in het komende seizoen, nu DNO zijn fantasieloze programma en de absurde prijsstijgingen voor 2016/2017 heeft gepresenteerd. ****