© Hans Jörg Michel
Duisburg, 17 december 2015

Titelroldebuut Linda Watson in statische ‘Turandot’ Duisburg

De aantrekkingskracht was groot, het titelroldebuut van Linda Watson in ‘Turandot’ in een enscenering van een Aziatisch productieteam bij de Deutsche Oper am Rhein te Duisburg.

De productie van de opera ‘Turandot’ (1926) van Giacomo Puccini (1858-1924) voor de Deutsche Oper am Rhein (DOR) is een co-productie met het National Koahsiung Arts Center in Taiwan, dat in 2017 zal worden geopend met deze ‘Turandot’.

Alvorens de openingsnoten van de opera klinken verwijzen videobeelden naar de Papaplu Revolutie van eind 2014 in Hong Kong, waarmee geprotesteerd werd tegen de restrictieve voorstellen van China aangaande het electorale systeem van Hong Kong. Een Aziatisch productieteam onder leiding van regisseur Huan-Hsiung Li lijkt in zijn Europese debuut van het sprookje ‘Turandot’ een parabel te maken van China als heersende wereldmacht en de trauma’s van een bedenkelijke verleden tijd. Maar niets blijkt minder waar. Al snel verdampt de tegenwoordige tijd en wordt deze ‘Turandot’ een statische en decoratieve kostuumproductie à la Pierre Audi, waarin de houdingen en bewegingen van het koor en de solisten eerder aan een choreografie dan aan een enscenering doen denken. En toch is er nog veel te genieten in deze productie. Zo krijgt de voorstelling iets illusionairs door het ruimtelijke gebruik van schermen, waarop vormloze figuren verschijnen die veranderen in Chinese schrifttekens als antwoord op de raadsels van Turandot.

Linda Watson maakt haar roldebuut als Turandot. De 55-jarige sopraan is na een imposante carrière als Wagnersopraan sinds drie jaren terug in het ensemble van de DOR. Haar majestueuze verschijning toont charisma en autoriteit als personage én zangeres. Door de nasale, opgezogen tonen komt de uitspraak niet altijd tot haar recht, maar inventief zeilt zij door de hoge noten en vooral in de Alfano-finale maakt haar brede middenregister indruk. Zoran Todorovich zingt Kalaf solide met een brede en open borststem en een gedekt kopregister met stralende hoge tonen. Zijn “Nessun dorma” klinkt krachtig en zeker.

Behoudens Todorovich bestaat de hele bezetting uit ensembleleden van de DOR. De Finse bas Sami Luttinen is een edele Timur en de Roemeense sopraan Brigitta Kele is een lyrische Liù met – deze avond – problemen in de hoogte. Haar getalenteerde landgenoot Bogdan Baciu heeft een uitstekende bariton voor Ping en mengt zich prima met de stemmen van de overige ministers Pang (Florian Simson) en Pong (Cornel Frey). Bruce Rankin is een energieke Keizer Altoum en Daniel Djambazian een fragiele Mandarin.

Dat deze ‘Turandot’ muzikaal niet slaagt is te wijten aan de grove en uiterst ongedifferentieerde lezing van de General Musikdirektor van de DOR Axel Kober, waarin schoonheid, verfijning en sfeer ver te zoeken zijn.

Alle zes voorstellingen van deze ‘Turandot’ waren al snel zo goed als uitverkocht. Het voorstel om extra opvoeringen te organiseren werd echter teruggedraaid, nadat de Duitse pers – afkerig van alles wat geen “eurotrash” regietheater is – de productie met de grond gelijk maakte en zich daarna niemand meer bij de kassa meldde voor toegangskaarten.