© Ruth Walz
Amsterdam, 8 oktober 2015

‘Il Trovatore’ na 35 jaren terug bij DNO

MUZIKAAL
1. Is DNO trouw aan de muziek of zijn er veranderingen?
– De Nationale Opera (DNO) brengt voor het eerst in 35 jaren een opvoering van ‘Il Trovatore’ van Giuseppe Verdi (1813-1901). De opera wordt gespeeld in de Romeinse versie van 19 januari 1853. Even deden de geschreeuwde woorden van een actrice in de openingsscène vrezen voor een avond met aanvullingen van de regisseur, maar gelukkig bleef het hierbij. ****

2. Zijn de zangers rollendekkend?
– Drie lyrische Italiaanse zangers zijn geëngageerd. Francesco Meli in de titelrol is geen lirico-spinto of Jungendlicher Heldentenor, maar weet wel de held Manrico vocaal neer te zetten. Hij zong de stretta “Di quella pira” een semitoon lager. Carmen Giannattasio is een eenkleurige Leonora zonder tragiek. Simone Piazzola heeft een mooie bariton voor Luna en zijn “Il balen” was prachtig gefraseerd, maar hij kwam tekort voor het duet met Leonora. Met kop en schouders boven hen uit stak echter de Litouwse Violeta Urmana. Vocaal solide, gedifferentieerd en expressief is zij een smeuïg moederlijke en opwindende zigeunerin Azucena. ***

3. Is de dirigent betrokken bij het podium?
– Dirigent Maurizio Benini is een verademing op het podium van het Muziektheater. Hij geeft elke inzet aan; met een hoge linker hand voor het koor en een lage linker hand voor de solisten zit hij er bovenop. En eindelijk weer een dirigent bij DNO die weet waar het over gaat. Volgende jaar dirigeert Benini in Monte Carlo ‘La Wally’ met Eva-Maria Westbroek.*****

4. Vormen de (koor- en) orkestleden onderling en samen een eenheid?
– Benini laat het grote Nederlands Philharmonisch Orkest met vaste grip nauwkeurig klinken als nooit tevoren. Met perfect gevoel voor timing zorgt hij voor een energetische uitvoering. Het koor was bij de première nog wat onwennig. ****

DRAMATURGISCH
5. Komt de enscenering overeen met het libretto?
Àlex Ollé (Barcelona, 1960) is één van zes regisseurs van de Catalaanse theatergroep La Fura dels Baus en is – wellicht als twee-voor-de-prijs-van-één project – na zijn middelmatige ‘Faust’ terug bij DNO. Nonnen met gasmaskers in loopgraven deden het ergste vermoeden, maar kregen gelukkig niet de overhand. En even slaat de schrik je om het hart als Leonora lesbische handelingen lijkt uit te voeren met Ines. Maar verder dan handje vasthouden en borsten wrijven gaat het in het vervolg van de opera gelukkig niet. ***

6. Wordt er een verhaal verteld?
– Het verhaal van ‘Il Trovatore’ is ingewikkeld, want een belangrijk gedeelte ervan heeft voor het begin van de opera al afgespeeld. Helaas doet Ollé niets om het voorafgaande duidelijk uiteen te zetten. **

7. Hoe is de esthetiek en functionaliteit van de vormgeving?
– Zuilen gaan op en neer met slechts als doel graven en loopgraven te vormen en mooie plaatjes te leveren. De belichting zorgt voor een goede atmosfeer die past bij de muziek van ‘Il Trovatore’. Knullige momenten zijn er op het moment dat de soldaten een lijk c.q. pop in een graf gooien en op het moment dat het geluid van het pistool van Luna vanuit de coulissen komt. Dit brengt een lach in plaats van de bedoelde huivering teweeg bij het publiek. Overigens haalt Ollé net als in zijn ‘Faust’ de zangers over het algemeen goed naar voren, maar in de finale is Azucena vanaf de rechterkant van de zaal absoluut niet te zien. ***

8. Hoe is de integratie regie – muziek?
– Over het geheel sluit de enscenering voldoende aan bij de muziek. ****

ALGEMEEN
9. Is de productie artistiek innovatief?
–  De enscenering is deugdelijk, maar niet vernieuwend. ***

10. Is de productie onderscheidend of spraakmakend?
– Dit is de eerste ‘Il Trovatore’ voor DNO in 35 jaren. DNO is er debet aan dat er een hele Nederlandse generatie is die het werk – en het genre – niet kent. Je merkt dit aan het publiek dat niet voelt wanneer te applaudisseren. **

11. Is er Nederlandse betrokkenheid bij de productie (zangers, regisseur, ontwerpers, dirigent)?

DNO Trovatore 1980
V.l.n.r. André Spijker, Elizabeth Klerks, Cristina Deutekom, Adriaan van Limpt, Jan Bouws (regisseur), Cora Canne-Meyer, Jan Derksen, Tom Haenen en Anton Kersjes (dirigent)

– DNO had in 1980 een volledig Nederlandse bezetting bijeen met Adriaan van Limpt, Cristina Deutekom, Jan Derksen, Cora Canne Meyer en Tom Haenen en wat een chemie was er toen tussen het podium en de zaal! Nu in 2015 wordt de Nederlandse zangwereld bij DNO vertegenwoordigd door Florieke Beelen, die op uitstekende wijze de rol van Ines zingt. Zij deed denken aan Marijke van der Lugt, die ook de rol van Ines zong in 1954 in het Concertgebouw aan het begin van een glansrijke carrière. ***

♪ Verdi – Il Trovatore; Scheveningen, 11 november 1980; Adriaan van Limpt, Cristina Deutekom, Jan Derksen, Tom Haenen, Elisabeth Klerks, André Spijker ♪

 

12. Hoe is het bezoekersaantal in verhouding tot de zaalcapaciteit?
– De zaal leek uitverkocht, maar dat zegt niets meer nu DNO tegenwoordig op de dag van de voorstelling kaarten voor de helft van de prijs aanbiedt en medewerkers entreebewijzen kunnen kopen voor 10 euro. ****