© Eric Goossens

In de serie ‘ABC van Opera Nederland’ krijgen prominente personen uit de Nederlandse operawereld carte blanche. Deze maand in deel T: regisseur Wim Trompert.

Door: Wim Trompert

Iedereen Woyzeck
Op 24 maart van dit jaar navigeert een Germanwings-piloot een vliegtuig met 144 passagiers en 6 bemanningsleden tegen een berg. 26 juni onthoofdt een fransman in Lyon zijn baas en probeert een fabriek op te blazen. 8 februari vorig jaar werd Minister van Staat Els Borst vermoord door wat nu blijkt een man met psychische problemen. Verwarde personen maken prominent deel uit van het wereldnieuws.

Annie M.G. schreef in 1971 de hit ‘Hoera, we zijn normaal’ waarin een therapiegroep ontdekt dat het eigenlijk heel normaal is om een beetje niet-normaal te zijn. We hebben allemaal onze angsten, vreemde eigenschappen en driften. Daar staat dan weer tegenover dat iedereen die een persoon met heftige paranoide waanstoornis heeft meegemaakt, zal onderschrijven hoe deregulerend en ontwrichtend deze patiënten voor zichzelf, hun omgeving – en in bovengenoemde gevallen zelfs voor de hele samenleving – kunnen zijn.

Hoe komt een persoon tot zijn daden? Wat is oorzaak en wat is gevolg bij veel misdadig handelen? Tenminste één opera in het repertoire dankt haar bestaan aan het zoeken naar een antwoord op deze vragen: Alban Bergs ‘Wozzeck’.

Wozzeck?
Kort na afloop van de productie Rheingold op de Rijn vonden Anthony Heidweiller (Alberich) en ik (regisseur) elkaar in een Utrechts café. De samenwerking was zo goed bevallen dat we wilden brainstormen over nieuwe projecten. Het uitzinnige van Rheingold op de Rijn (een megaproject met enorm succes gerealiseerd door 7 jonge studenten) stimuleerde ons om ‘out of the box’ te denken. We zochten niet naar iets dat eenvoudig te produceren zou zijn, maar juist naar de dromen die we door realiteitszin al jaren hadden onderdrukt. Mijn grote droom – vertrouwde ik Anthony toe – zou zijn om (nogmaals) Alban Bergs Wozzeck te regisseren. En wat bleek? Anthony had juist deze opera op zijn lessenaar staan en was bijgestaan door internationale grootheden uit dit repertoire (de Duitse coach Richard Trimborn en Wozzeck-vertolker Franz Grundheber) bezig de titelpartij te bestuderen. Oké, Wozzeck dus!

Het moet meteen gezegd: onze fascinatie beperkt zich niet tot Bergs opera. Wat ons boeit is vooral ook het verhaal van de historische figuur Woyzeck en hoe zijn geschiedenis eerst in een tijdschrift voor artsen terecht kwam, vervolgens in toneelscènes werd verwerkt en weer later werd gekozen tot subject van een opera.

Woyzecks leven speelt zich af in roerige tijden. Napoleon trekt met zijn leger over het continent; oude machtsbolwerken storten ineen. De werkeloosheid en armoede zijn enorm. Woyzeck leert voor pruikenmaker, maar kan nergens voor langere tijd aan de slag. Ongeveer 25 jaar oud verlaat hij zijn woonplaats Leipzig en gaat het leger in. Hij vecht achtereenvolgens voor de Hollanders, de Zweden, de Mecklenburgers en uiteindelijk voor de Pruisen. Rond 1810 ontmoet hij in Stralsund een meisje. Ze raken verliefd en er wordt een kind geboren. Samen blijven lukt niet; Woyzeck moet terug het leger in. Blijkbaar is het gemis groot want enkele jaren later deserteert hij en keert naar zijn vriendin terug. Er wacht hem een desillusie wanneer hij ontdekt dat ze ondertussen andere liefjes heeft gehad. Desondanks blijven ze een tijdje samen, maar dan verlaat hij vriendin en kind voorgoed. In 1818 keert hij in Leipzig terug. Ene weduwe Woost biedt hem onderdak. Van de aanvankelijk onbesproken Woyzeck is weinig meer over. Hij is aan de drank en lijdt aan wanen. Hij heeft hallucinaties en denkt boodschappen te ontwaren van een hogere orde. Steeds meer verliest de man de grip op zichzelf en de wereld. Als de weduwe hem een tijdje later de deur wijst, brengt hij haar om (21 juni 1821).

Onder de loep
Woyzecks verdediging bij de rechtsgang beroept zich erop dat hij niet toerekeningsvatbaar is. De autoriteiten besluiten daarop hem geestelijk en lichamelijk te laten onderzoeken. Tegenwoordig vinden we dat normaal; toen was dat een noviteit.
Dr. Clarus, de arts die het onderzoek verricht toont weinig coulantie. Hij onderkent weliswaar dat Woyzeck aan hallucinaties lijdt en extreem bijgelovig is, maar daarmee is er nog geen sprake van een psychische stoornis. Uiteindelijk beoordeelt de arts de moord als een ‘gewone’ crime passionel. En zo veroordeelt hij in feite Woyzeck ter dood.

Clarus’ conclusies leiden onder zijn collega’s tot een storm van verontwaardiging. Zó heftig zijn de reacties dat de arts wordt opgedragen Woyzeck andermaal in een reeks sessies te onderzoeken. Hij komt tot hetzelfde oordeel. Woyzeck wordt op 27 augustus 1824 geëxecuteerd. De commotie is groot. Clarus doet een poging om de gemoederen tot bedaren te brengen door het rapport van zijn onderzoekingen te publiceren in het Zeitschrift für die Staatsarzeneikunde.

Büchner en Berg
Dat wij van de zaak ‘Woyzeck’ weten danken we aan een lezer van het Zeitschrift die de conclusies van dr. Clarus afwees: Georg Büchner, een nog heel jonge arts met literaire aspiraties en vooral zeer bewust van het sociale onrecht in zijn samenleving. Hij las het artikel niet vers van de pers maar vond het 15 jaar na dato in de bibliotheek van zijn vader. Het rapport prikkelde zijn fantasie en zijn mededogen. Büchner begon een aantal scènes te schetsen waarin hij een verband legde tussen Woyzecks daad en zijn maatschappelijke positie als underdog: Wanneer we mensen aan de onderkant van de samenleving in zulke ellende laten bestaan, dan roepen we dit soort daden op.

Tot een uitgewerkte toneeltekst zou Büchner de schetsen nooit brengen. Hij stierf al op 24 jarige leeftijd. Bijna een halve eeuw later (1879) worden de schetsen alsnog gepubliceerd. Ze slaan in als een bom. De tijd was rijp voor Büchners revolutionaire boodschap.
Weer een kleine halve eeuw later ziet de componist Alban Berg een opvoering van ‘Woyzeck’ en wordt er door gefascineerd. Ook Berg lijkt de verantwoordelijkheid voor de moord minder bij de persoon Woyzeck te leggen als wel bij de erbarmelijke sociale en maatschappelijke omstandigheden waaronder hij leefde. Bergs opera ging op 14 december 1925 in première.

Niet één, maar drie Wozzecks
Hoe zou er in onze tijd tegen een moordenaar als Woyzeck aangekeken worden? Wij willen de geestesgesteldheid van Woyzeck naar hedendaagse inzichten opnieuw laten analyseren. Zien wij deze man als een kille moordenaar, een patiënt of een radeloze die door de omstandigheden tot zijn wanhoopsdaad werd gedreven? Zouden wij hem veroordelen of hem juist de hand reiken om samen zijn demonen te bevechten? Met de zo verworven visie willen we vervolgens de opera Wozzeck benaderen.

Anthony en ik sloegen de handen ineen. Om te beginnen hebben we een aantal enthousiaste specialisten bijeen gezocht die op een of andere wijze kunnen bijdragen aan een visie op de historische persoon en op soortgelijke individuën nu.
Bijzonder dat onder anderen Michaël van Ekeren – als psychiater verbonden aan het Pieter Baan Centrum – ons terzijde wil staan. Omdat we denken dat er veel te leren is uit de toneelscènes van Büchners Woyzeck, zowel als uit Bergs opera Wozzeck hebben we ons ook omringd met theater- en muziekwetenschappers, onder anderen Karim Ameur, dramaturg bij het Nationale Toneel. Bas Pollard, de dirigent van Rheingold op de Rijn, is van de partij. We komen geregeld bijeen om ons samen in de materie te verdiepen.

Als afdrukken van het zoekproces willen we tot een serie van theatrale presentaties komen. We beginnen met een monoloog bestaande uit fragmenten uit de opera. Vervolgens denken we aan een korte voorstelling met vier van de hoofdkarakters en uiteindelijk hopen we de gehele opera uit te voeren. Enerzijds is het dus een proces van uitzoomen: steeds groter, maar gelijktijdig is het inzoomen, steeds dieper in de psyche van Wozzeck.

De eerste presentatie staat inmiddels vast. In het winterconcertprogramma van het Utrechtsch Studenten Concert o.l.v. Bas Pollard is 20 minuten gereserveerd voor de Wozzeck-monoloog. De uitvoeringen zijn onder meer op 7 december in Amsterdam (nedPho-koepel) en op 10 december in Utrecht (Tivoli Vredenburg).