24-11-2014

Op 15 november 2014 is de Pools-Duitse sopraan Jola Koziel overleden.

Jola Koziel werd op 25 mei 1934 in het Poolse dorp Pińczów tussen Random en Kraków geboren. Haar ouders waren Duits. Zij studeerde vanaf 1952 zang aan de Hochschule für Musik ‘Hanns Eisler’ in Berlijn. In 1957 kreeg zij haar eerste engagement aan het operahuis van Karl-Marx-Stadt, het huidige Chemnitz, waar zij debuteerde als Ingrid in ‘Peer Gynt’ van Egk. Verder zong zij daar Susanna in ‘Le Nozze di Figaro’, Nedda in ‘Pagliacci’ en Mimì in ‘La Bohème’. Bij de Weense ‘Weltfestspielen der Jugend und Studenten’ won zij in 1959 een diploma en in datzelfde jaar won zij de gouden medaille op het Internationale Concours in Toulouse. In 1959 verruilde zij Karl-Marx-Stadt voor Potsdam en werd daar eerste lyrische sopraan aan het Hans-Otto-Theater. Daar zong zij rollen als Tatjana in ‘Jevgeni Onjegin’, Marie in ‘Die verkaufte Braut’ en Gasparina in ‘Il Campiello’ van Wolf-Ferrari. In de herfst van 1961 kwam zij naar de Berliner Staatsoper en bleef bij dit ensemble tot haar afscheid. Daar had zij succes met niet alleen eerdergenoemde partijen van Tatjana en Marie, maar ook als de Komponist in ‘Ariadne auf Naxos’ van Richard Straus, Elsa in ‘Lohengrin’ van Wagner, De Gravin in ‘Le Nozze di Figaro’ en Rosalinde in ‘Die Fledermaus’. Met het ensemble van de Berliner Staatsoper gasteerde zij ook in Zweden, Finland, Roemenië, Zwitserland, Oostenrijk, Rusland, Tsjechoslovakije, Hongarije, Bulgarije, Polen en Egypte. Tevens gaf zij gastoptredens aan de Dresdner Staatsoper. Aan het einde van het seizoen 1978/1979 nam zij afscheid van het operatoneel. Tevens werd zij benoemd tot Kammersängerin. Jola Koziel overleed in een verzorgingshuis in Berlijn.