19-06-2014

Op 19 juni 2014 is het 125 jaar geleden dat de Duits-Nederlandse sopraan Liesbeth Poolman-Meissner werd geboren. Zij was één van de belangrijkste Wagnersopranen van ons land.

Elisabeth Marie Meissner werd op 19 juni 1889 in de Duitse plaats Saalfeld geboren als dochter van Max Meissner en Laura Heijne. Het gezin verhuisde ruim een jaar na de geboorte van Elisabeth naar Rotterdam. Al jong begon Elisabeth haar carrière bij het Rotterdamsch Tooneel en kwam vervolgens met een studiebeurs van de familie Van Beuningen terecht in Frankfurt am Main voor zanglessen bij Clara Sohn. Teleurgesteld ging zij vervolgens terug naar Nederland om haar stem verder te ontwikkelen bij haar toekomstige echtgenoot Alexander Poolman en uiteindelijk bij de zangpedagoog Karl Brach.

Liesbeth Meissner maakte in januari 1914 haar operadebuut bij de Vlaamsche Opera te Antwerpen in de rol van Brünnhilde in ‘Die Walküre’ van Wagner. In die maand tekende zij ook een contract voor de duur van drie jaar bij de Opera te Frankfurt am Main, te beginnen in het seizoen 1914/1915 (Rotterdamsch Nieuwsblad 29-1-1914). Na twee seizoenen was zij weer terug naar Nederland en maakte zij op 17 oktober 1916 haar Nederlandse operadebuut in het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt als de gravin in ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart bij het nieuw opgerichte gezelschap De Nederlandsche Opera van Gerhardus H. Koopman. In haar eerste seizoen 1916/1917 bij De Nederlandsche Opera van Koopman zong zij verder nog de Wagnerrollen Ortrud in ‘Lohengrin’ en Venus in ‘Tannhäuser’, Santuzza in ‘Cavalleria Rusticana’ van Mascagni en de titelrol in ‘Herodias’ van Massenet. 

In het seizoen 1917/1918 was Liesbeth Meissner bij De Nederlandsche Opera te horen als onder andere Amneris in ‘Aida’ van Verdi, Brünnhilde in ‘Die Walküre’ en Leonore in ‘Fidelio’. Op 12 april 1919 zong zij bij De Nederlandsche Opera haar eerste Brünnhilde in ‘Siegfried’. Bij de NV Nationale Opera van Willem van Korlaar jr. was zij in het seizoen daarop 1919 /1920 onder andere te horen als Isolde in ‘Tristan und Isolde’ en de titelrol in ‘Tosca’ van Puccini en in het seizoen 1920/1921 onder andere als Senta in ‘Der fliegende Holländer’.

Liesbeth Meissner ook de grote dramatische sopraan bij de ‘Co-Opera-Tie‘, die in 1924 was opgericht door Albert van Raalte en Alexander Poolman. Op 12 december 1917 was zij met Poolman in het huwelijk getreden te Rotterdam en uit de huwelijksakte blijkt dat zij in die tijd nog “Duitsch onderdaan” was. Naast haar grote Wagnerrollen zong Liesbeth Poolman-Meissner daar nog Dalila in ‘Samson et Dalila’ van Saint-Saëns in het seizoen 1924/1925, Orpheo in ‘Orfeo ed Euridice’ van Gluck in het seizoen 1926/1927 en de drie Brünnhildes in ‘Der Ring des Nibelungen’ in januari en februari 1928. Met dit gezelschap was zij in 1926 ook in gastoptredens aan de L’Opéra van Parijs te horen. Na de grote financiële crisis eind twintiger jaren, hield de ‘Co-Opera-Tie’ in oktober 1929 op te bestaan.

Overlijdensbericht Liesbeth Poolman-Meissner
Overlijdensbericht Liesbeth Poolman-Meissner

Ook na de geboorte van haar dochter Gwendoline bleef Liesbeth Poolman-Meissner doorzingen, wat ongewoon was voor haar tijd. Bij het ‘Nederlandsch Opera Ensemble‘ van Chris van Dam, dat in 1937 zijn eerste uitvoering gaf, zong Liesbeth Poolman-Meissner vanaf het tweede seizoen (begin 1938) gedurende drie seizoenen. Haar laatste optreden bij het Nederlandsch Opera Ensemble was tijdens de Tweede Wereldoorlog op 1 december 1940 als Leonore in ‘Il Trovatore’. Tenslotte was Liesbeth Poolman-Meissner op 15 mei 1941 nog bij de Wagnervereeniging te horen als Venus in de Stadsschouwburg van Amsterdam. Haar definitieve afscheid nam zij in 1947 als Brünnhilde in ‘Die Walküre’ te Antwerpen. Alexander Poolman overleed in 1951. Liesbeth Poolman-Meissner overleed op 29 oktober 1954 te Rijswijk en de begrafenis vond plaats op woensdag 3 november 1954 om 14.45h op Nieuw Eykenduynen te Den Haag (De Tijd 30-10-1954). Haar familie heeft rond 1983 afstand van het graf gedaan, wat betekent dat het stoffelijk overschot van Liesbeth Poolman-Meissner in een naamloos verzamelgraf is bijgezet. Er bestaan van Liesbeth Poolman-Meissner helaas geen geluidsopnamen.