© Nieuw Amsterdams Kinderkoor
Amsterdam, 4 mei 2014

Aangrijpende ‘Brundibár’ herdenkt kinderslachtoffers

De kinderopera ‘Brundibár’ (1939) ging in Nederland pas in 1995 in première. Sindsdien werd zij – voor zover bekend – niet meer opgevoerd, maar ter gelegenheid van de dodenherdenking van 4 mei 2014 werd de opera nu na bijna twintig jaar eindelijk weer in Nederland gespeeld.  Het Nieuw Amsterdams Kinderkoor bracht ‘Brundibár’ in het kader van het programma ‘Theater na de Dam’ in het Compagnietheater van Amsterdam. Een belangrijke gebeurtenis, die dan ook geheel uitverkocht was.

‘Brundibár’ werd in 1939 gecomponeerd door de Joods-Tsjechische componist Hans Krása en begin jaren veertig voor het eerst opgevoerd in een Joods weeshuis in Praag. Krása werd in 1943 door de Nazi’s naar Theresienstadt gedeporteerd, dat het concentratiekamp voor prominente Joden uit heel Europa was. In Theresienstadt vond op 23 september 1943 de tweede première van ‘Brundibár’ plaats en het werk werd er in totaal zo’n 55 keer opgevoerd. Na de laatste voorstelling – waarbij de inspectie van het Rode Kruis aanwezig was – werden de meeste kinderen, die hadden meegezongen, afgevoerd naar Auschwitz en vergast. ‘Brundibár’ gaat over de kracht van muziek om wonderen te verrichten en het verhaal gaat over het verslaan van kwaad door goed. Het verhaal roept de oude sprookjes in herinnering, maar heeft uiteraard ook een diepere laag. De brombeer Brundibár is een verwijzing naar Hitler en wordt uiteindelijk overwonnen door de kinderen.

Er bestaan inmiddels maar liefst zo’n 17 CD opnamen van ‘Brundibár’ in het Tsjechisch, Duits, Engels, Frans, Grieks en Italiaans. De opera wordt tegenwoordig over de hele wereld opgevoerd; dit jaar in diverse steden in de Verenigde Staten, Israël en Duitsland. De Nederlandse première van ‘Brundibár’ vond pas plaats op 4 mei 1995 in de Stadsschouwburg in Amsterdam en is voor zover bekend daarna niet meer in ons land opgevoerd. Daar kwam na 19 jaar verandering in en ter gelegenheid van de dodenherdenking 4 mei 2014 werd ‘Brundibár’ door het Nieuw Amsterdams Kinderkoor (NAK) uitgevoerd in het Compagnietheater in Amsterdam.

Het is een buitengewoon knappe prestatie, dat het NAK en de negen jonge solisten de oorspronkelijke, Tsjechische versie zingen. Iris de Jonge als Aninka en Sayam Jordans als Pepíček zingen en spelen uitstekend. De verkopers Erna Kader als de ijsverkoper, Emile Sandbergen als de bakker en Kyra Weintraub als de melkboer vertolken hun rollen uiterst sympathiek en het dierentrio Noah Claassen als de hond, Leo Shibata als de kat en Pia Pleijsier als de vogel is bijzonder innemend. Fenna van den Bogaard treedt krachtig op als politieagent. De bariton Robbert Muuse is een overtuigend stuurse Brundibár. In het slaaplied en het overwinningslied schittert het NAK onder leiding van Caro Kindt. Het ensemble Nederlands Theaterorkest onder leiding van Jules van Hessen bestaande uit tien instrumentalisten geven een intieme sfeer aan de charmante, stuwende en melodische muziek vol Tsjechische kleuren en jazzinvloeden.

De regie van Merlijn Claassens was sympathiek. De kinderen droegen pastelkleurige kleding, krijtbord illustreerde de scènes en de kinderen speelden de grote scènes indrukwekkend. De Nederlandse spreekteksten – gedicht door Judith Kingston – geven een onschuldig en onbezorgde sfeer. De voorstelling was mede bijzonder door de aanwezigheid van Ela Weissberger. Zij is één van de weinige overlevenden van de oorspronkelijke bezetting, die ‘Brundibár’ in Theresienstadt opvoerde. Ze was overgekomen uit Amerika om de uitvoering bij te wonen, zong in de uitvoering in het Compagnietheater mee met het overwinningslied en sprak na afloop nog over de afschuwelijke tijd in het concentratiekamp. Daarna werden door Aninka en Pepíček de namen opgenoemd van de kinderen, die in Theresienstadt in ‘Brundibár’ zongen en het niet hebben overleefd. Een aangrijpende voorstelling.