© Monika Rittershaus

Overbodige ‘Carmen’ bij De Nederlandse Opera

‘Carmen’ van De Nederlandse Opera (DNO) is zo’n uitermate zwakke voorstelling, dat zonder meer gesteld kan worden dat deze niet thuishoort op het Holland Festival in Amsterdam, toch het meest prestigieuze, internationale festival dat Nederland kent.

Waarom ‘Carmen’ van Georges Bizet (1838 – 1875) op het programma is beland, blijft in deze vertolking volstrekt onduidelijk. De opera door DNO is een vreemde, onaangename eend in de bijt tijdens Holland Festival 2009, dat zich kenmerkt door zware en bijzondere hedendaagse producties. De voorstelling past ook nauwelijks binnen het thema Serenity & Anxiety. En aangezien het Holland Festival over uitverkochte zalen meestal geen klagen heeft, kan het feit dat ‘Carmen’ een publiekstrekker is, ook niet echt als een legitieme – zij het weinig artistieke – reden worden aangemerkt. ‘Carmen’ was twee jaar geleden nog te zien bij Opera Zuid, en wordt vrijwel ieder jaar wel ergens in Nederland door een gezelschap gespeeld. Het was dus niet direct de hoogste tijd voor een nieuwe productie van ‘Carmen’, temeer wanneer in overweging wordt genomen dat andere schatten van de Franse Opéra-Comique van de 19e eeuw, zoals van Adam, Auber, Gounod, Offenbach, maar ook opera’s van Saint-Saëns, Halévy en Massenet of de bijna 25 andere opera’s van Bizet tijdens het bijna 25-jarige bewind van Pierre Audi stelselmatig door De Nederlandse Opera worden genegeerd. Een hele generatie operabezoekers is daardoor onbekend met dit repertoire.

De regisseur van deze ‘Carmen’ is Robert Carsen (Toronto, 1954). Carsen heeft sinds zijn Parijse periode in de jaren tachtig affiniteit met Franse opera’s en houdt de toeschouwer altijd graag een spiegel voor. In deze opera kijkt het publiek naar de bezoekers van de Plaza de Toros, waar Carmen als een ordinaire prostituee wijdbeens zingt te midden van vulgaire vrijpartijen in een hoerenkast. Carsens uitvoering is tegen zijn gewoonte in niet conventioneel, geëngageerd, spannend of interpretatief. Integendeel, de regisseur gaat voorbij aan de thematische uitdagingen van ‘Carmen’ zoals de strijd tussen dreiging en controle, tussen de seksen, ras, geslacht en klassen, of haar exotisme – en daarmee komt dit stuk niet verder dan de wat benepen kwalificaties eenvoudig en logisch. De keuze voor een ‘Carmen’ met dialogen in plaats van de, na Bizets dood gecomponeerde recitatieven ligt voor de hand, maar DNO heeft zich er wel erg gemakkelijk vanaf gemaakt. In de Opéra-Comique van Parijs wordt deze maand ‘Carmen’ opgevoerd met restauraties uit de twee verschillende overgeleverde partituren met niet eerder gehoord materiaal. Zo’n initiatief, energie en originaliteit zou van De Nederlandse Opera toch ook verwacht mogen worden.

De zangers lijken in de dialogen en sommige muzikale onderdelen opnieuw versterkt te worden, en met het zand op de vloer is het akoestisch gezien al met al een drama. De zangers vormen een heterogene groep buitenlanders uit het B-segment, en ook wat betreft de titelrol is DNO voorbij gegaan aan alle uitstekende Carmens op deze wereld. En erg ver had Carsen niet hoeven zoeken, want de Nederlandse publiekslieveling Tania Kross zong vorig jaar ‘Carmen’ nog met veel succes op het Glyndebourne Festival. Ook de kleine, maar prominente rol van Escamillo is niet, zoals gebruikelijk in een A-operahuis, bezet door een groot zanger van faam. Hierdoor zijn er geen muzikale hoogtepunten, en de mooiste noot van de avond was de hoge C van Renate Arends als Frasquita. Marc Albrecht krijgt als nieuwe chef-dirigent van DNO het voordeel van de twijfel, maar de inconsequent doorgevoerde baslijn en de weinige ritmische vrijheden die hij de zangers veroorlooft, lijken geen allround operadirigent te beloven. Met zijn neus in het orkest geeft hij de zangers sporadisch aan. Hij mist de ‘jeu’ voor het Franse repertoire en bloeit dan ook pas dan op als Wagners invloed in ‘Carmen’ hoorbaar wordt. De reden om deze ‘Carmen’ op de planken te brengen, blijft dus onduidelijk, maar het is wel helder dat het een volstrekt overbodige opvoering is. Een zwaktebod om heel snel te vergeten.