© Clive Barda

Eva-Maria Westbroek ontroert in Covent Garden ‘Tannhäuser’

Gevoelens, ontroering en sentiment worden steeds zeldzamer in opera. De nieuwe productie van ‘Tannhäuser’ van het Royal Opera House in Londen is zo’n voorstelling waar intellectuele interpretatie belangrijker gevonden wordt dan emoties. De Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek zingt de rol van Elisabeth en het is alweer het vierde succes voor de Nederlandse sopraan in Covent Garden na haar eerdere triomfen in ‘Lady Macbeth of Mtsensk’, ‘Die Walküre’ en ‘La Fanciulla del West’. Maar zij is in deze ‘Tannhäuser’ slechts de enige, die vocaal haar emoties werkelijk laat stromen.

De Royal Opera House Covent Garden in Londen heeft voor de enscenering van de opera ‘Tannhäuser’ van Richard Wagner (1813 – 1883) gekozen voor de Weense versie uit 1875. Deze herziene versie geniet de voorkeur boven Wagners eerdere versies. Zij bevat zowel de Venusscène in de eerste akte van de Parijse première uit 1861, die de verleidster meer ruimte geeft te ontplooien, als Walthers aria in de tweede akte van de Dresdener wereldpremière uit 1845, waardoor Tannhäusers betoog meer de tijd krijgt om uit te barsten.

De productie van regisseur Tim Albery (Londen, 1952) voor de Royal Opera House speelt zich af ten tijde van oorlog. In de eerste akte bekijkt Tannhäuser door een replica van het voordoek van de Royal Opera House naar een illusie van de Venusscène met zich steeds verder ontkledende dansers. Zoals Venus hem belooft – “Nie ist Ruh’ dir beschieden” – vindt Tannhäuser geen vrede en verandert de scène daarna in een grimmig oorlogsgebied met soldaten. In de tweede akte ligt de replica – mogelijk door een nederlaag – in puin en zingt Elisabeth over haar (eens) geliefde hal. De zangwedstrijd krijgt hier iets van een scène uit ‘Les Misérables’. In de laatste akte legt men de wapens neer en breekt licht door als teken van hoop en terugkerend moraal. Albery’s enscenering is traditioneel en effectief, maar ook passief en statisch en er is weinig interactie tussen de zangers. Maar het stoort niet en daar is ook iets voor te zeggen. Akoestisch is het decor echter wanhopig met open ruimten naar de zijkanten en tenslotte nog een enorm gat in de vloer. Voor de zangers moet het een ramp zijn, maar daar wordt geen rekening meer mee gehouden.

De Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek ontroert als de deugdzame Elisabeth. Zij zingt warm en teder en haar sopraan geeft melancholie aan Elisabeths onvervulde verlangen. De openingsaria van de tweede akte “Dich teure Halle” zingt zij stralend en het gebed “Allmächt’ge Jungfrau” in de derde akte brengt zij breekbaar met ongehoord gevoelige nuances. Eva-Maria Westbroek is de enige in de bezetting, die vocaal haar emoties werkelijk laat stromen. Zij kan helaas niet rekenen op interactie met de Zuid-Afrikaanse tenor Johan Botha als Tannhäuser. In diverse ensceneringen heeft Botha tegenwoordig zijn eigen stoel, waaraan hij zich optilt, waarop hij rust of waartegen hij leunt. Zijn morbide obesitas (= BMI > 40) maakt het hem nauwelijks mogelijk te bewegen. Botha komt van de lyrische kant, zingt alles en heeft stamina voor Tannhäuser. Maar stimmlich en muzikaal lijkt de partij voor hem een te grote opgave. In de “Romerzählung” sloeg zijn stem vijf maal over en dramatisch laat hij teveel accenten liggen. Ook de Duitse bariton Christian Gerhaher benadert zijn partij lyrisch en hij is een bijna identieke kopie van Dietrich Fischer-Dieskau. Hij geeft een intellectuele liedinterpretatie van Wolfram met veel bleke, non-vibrato tonen. De twee keren dat hij forte zong, bleek hij weldegelijk een fraaie, grote en open stem te hebben. Zijn stijl werd gewaardeerd door het Engelse kostschoolpubliek en zijn succes zegt iets over de deplorabele toestand waarin Wagner zich tegenwoordig bevindt. Over kostschool gesproken: de partij van de herdersjongen is te lastig om gezongen te worden door een jongenssopraan, zoals in deze productie gebeurt. De Russische dirigent Semyon Bychkov is precies, gedetailleerd, intensief en bezield, maar ook dramatisch en groots. En hij blijft altijd op de zangers gericht. Het Royal Opera Chorus en het gigantische Orchestra van het Royal Opera House leveren fantastische prestaties.

Eva-Maria Westbroek keert in februari 2011 terug naar het Royal Opera House van Londen voor de wereldpremière van de opera ‘Anne Nicole’. De titelrol van het Amerikaanse pin-up model en sekssymbool Anna Nicole Smith is door de Engelse componist Mark-Anthony Turnage speciaal voor haar – op het lijf – geschreven.