© Wolfgang Runkel

Eva-Maria Westbroek maakt hartstocht voelbaar in iedere noot

De Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek doet Frankfurt aan op haar triomftocht langs alle grote operahuizen van de wereld. In Frankfurt zingt zij Amelia in ‘Un Ballo in Maschera’, één van de moeilijkste sopraanpartijen van Giuseppe Verdi (1813 – 1901).

De opdracht voor ‘Un Ballo in Maschera’ kwam voor Verdi uit Napels, maar de componist trok het werk in verband met de veeleisende censuur in. Voor de wereldpremière van Rome in 1859 moest hij echter nog steeds concessies aan het verhaal doen, aangezien de Romeinse censoren eveneens dwingend waren. De originele, “Zweedse” versie van de opera gaat over koning Gustaaf III, die door zijn beste vriend, de echtgenoot van zijn minnares, wordt vermoord. De gecensureerde versie speelt zich af in Boston, alwaar de koning is vervangen door graaf Riccardo. ‘Un Ballo in Maschera’ is in feite een tragikomedie met momenten van dramatische spanning en lichtvoetige speelsheid en een subtiele mix van een lach en een traan en van licht en donker.

De ‘Un Ballo in Maschera’ in Frankfurt is een reprise van de première uit 2005, die wij vorige seizoen ook in Amsterdam zagen. Regisseur Claus Guth (1964, Frankfurt) gaat hier de dramatische proporties van de opera uit de weg en de tragikomedie is bij hem doorgeslagen naar het theater van de lach. Het lijkt allemaal zo uit ‘Jiskefet’ weggelopen en op het gemaskerde bal vrezen we dat André van Duin voorbij komt met “De warme balletjes van de koningin”. Guth is niet met theatertemperament gezegend. Zijn regie is koel, gevoelloos en afstandelijk en zij ontroert en ontgoochelt niet.

Eva-Maria Westbroek zong in Frankfurt eerder al Chrysothemis in ‘Elektra’ van Richard Strauss en nu is zij terug als Amelia. Elke rol die Eva-Maria Westbroek zingt, verandert in een vrouw van vlees en bloed. Je gelooft haar in elke stembuiging, in elke uithaal en de hartstocht, die Amelia’s huwelijksleven en haar vriendschap met Riccardo tot slachtoffer maakt, is bij haar in ieder woord en in iedere noot te voelen. Nooit eerder hoorden we de aria “Morrò, ma prima in grazia” zo verstild en ontroerend als hier. De andere zangers zijn helaas niet van haar niveau. De Mexicaanse tenor Héctor Sandoval als Riccardo slaat zich beter door de partij dan zijn collega in Amsterdam vorig jaar. De Amerikaanse mezzo Meredith Arwady als een overdonderende Ulrica klinkt onbeheerst en zingt ongesteund. Haar “Re, dell’abisso” is niet sinister en mysterieus, maar wordt om zeep geholpen door dirigent Hartmut Keil, die geen andante sostenuto, maar hier een veel te snel tempo neemt. De Amerikaanse sopraan Brenda Rae is een frisse Oscar en haar hoge D aan het einde van “Saper vorreste” een welkome verrassing. Dirigent Keil, solisten en het Frankfurter Museumorchester en Chor der Oper Frankfurt maken veel foute inzetten en ongelijkheden en laten veel liggen, een teken dat er voor deze “Wiederaufnahme”, zoals vaker bij repertoiretheater in Duitsland te weinig repetitietijd voor de muziek zal zijn geweest.

Volgend jaar komt Eva-Maria Westbroek terug in Frankfurt in de ‘Ring’ naast haar echtgenoot, de Nederlandse heldentenor Frank van Aken als de tweeling Siegmund en Sieglinde.