© Thilo Beu

Betoverende ‘Merlin’ in Gelsenkirchen

Even over de Nederlands-Duitse grens zijn er zo’n 15 steden met ieder hun eigen operagezelschap. Deze Duitse gezelschappen voeren opera’s op, die in Nederland niet of nauwelijks aan bod komen. Zo vindt in Gelsenkirchen de Duitse première van de interessante opera ‘Merlin’ van de Spaanse componist Albéniz plaats.

De legende van King Arthur, Merlin en Morgan le Fay was rond 1900 in de mode als onderwerp voor opera’s. ‘Le Roi Arthus’ van Chausson ging in 1903 in première, ‘Merlin’ van Goldmark werd in 1886 voor het eerst uitgevoerd en ook Albéniz voltooide in 1901 een opera met dezelfde titel. Albéniz schreef zo’n 30 toneelwerken, waarvan slechts een handjevol echt bekend zijn. Rond 1900 leefde hij in London waar hij drie opera’s componeerde in samenwerking met zijn mecenas en librettist Francis Money-Coutts, de erfgenaam van een bankier. Na ‘Pepita Jiménez’ en ‘Henry Clifford’ was ‘Merlin’ hun laatste project. Het was bedoeld als eerste deel van een trilogie over de Arthur legende als pendant van Wagners ‘De Ring des Nibelungen’.

Ten tijde van het leven van Albéniz werd alleen de ouverture met volledig orkest uitgevoerd. De opera werd in 1905 nog wel door solisten met pianobegeleiding in het Frans opgevoerd en een gereduceerde versie in een Spaanse vertaling werd in 1950 in Barcelona gespeeld. Sindsdien was ‘Merlin’ in de vergetelheid geraakt, totdat in de jaren negentig de Spaanse dirigent José de Eusebio de manuscripten van Albéniz restaureerde en in 1998 de complete opera in het originele Engelse libretto in concertversie in Madrid in première ging. Een studio-opname werd in 2000 gemaakt en de eerste integrale geënsceneerde opvoering vond plaats in Madrid in mei 2003, ruim een eeuw na het ontstaan. Op de Nederlandse première moet men nog even wachten, maar in Gelsenkirchen – even over de grens bij Arnhem – beleeft de opera haar Duitse première.

‘Merlin’ bevat veel invloeden van Wagner. In het libretto doen de alliteraties en het gerijm denken aan Wagner. De Oud-Engelse tekst van Money-Coutts is middelmatig, stijf, hoekig en oubollig en ook al lijdt de melodische frisheid van Albéniz onder dit alles, ‘Merlin’ is een interessant en mysterieus werk. De muziek bevat harmonische rijkheid, betoverende ritmen en dynamische contrasten en behalve Wagner hoort men impressionistische kleuren, die doen denken aan Debussy en Dukas. En natuurlijk is er het Spaanse koloriet met name in de tweede akte als Albéniz te horen is zoals men hem het beste kent van zijn vier pianoboeken van ‘Iberia’.

In Gelsenkirchen heeft regisseur Roland Schwab gekozen voor een cinematografische benadering. Het decor van Frank Fellmann is een snelweg, waar Merlins auto uit heeft moeten wijken voor het zwaard Excalibur – vergelijk Nothung bij Wagner – dat uit de snelweg omhoog is gerezen. De kostuums van Renée Listerdal zijn historisch en detoneren in dit moderne decor. Het concept lijkt interessant en daagt uit, maar Schwab maakt geen keuze tussen traditioneel en modern waardoor het allebei net niet wordt. Maar hij schetst betoverend mooie beelden en vertelt het verhaal duidelijk.

De zangpartijen van ‘Merlin’ zijn veeleisend. De Noorse bariton Björn Waag is sterk en helder in de titelrol, die doet denken aan Gurnemanz en Klingsor. De Duitse tenor Lars-Oliver Rühl is een stralende Arthur. De Deense dramatische sopraan Majken Bjerno is demonisch als zijn halfzuster Morgan le Fay, maar de Ortrud-achtige partij smeekt om een dramatische mezzosopraan. De Duitse sopraan Petra Schmidt is lyrisch en vlammend als Nivian en de Poolse bariton Piotr Prochera is een indrukwekkende Mordred. Dirigent Heiko Mathias Förster en het Neue Philharmonie Westfalen houden de solide en soms buitensporige orkestratie fraai in evenwicht met de zang. Zij geven warmte, diepte en elegantie aan de gedurfde en vooruitstrevende orkestpartijen.

Albéniz was pas 38 jaar toen hij ‘Merlin’ componeerde en werd slechts 50 jaar oud. Bij het aanhoren van ‘Merlin’ vraag je je af wat er na deze veelbelovende ‘Merlin’ van de rest van de trilogie zou zijn geworden. ‘Merlin’ verdient het om vaak gespeeld te worden en te groeien in veel operahuizen. Gelsenkirchen geeft met deze Duitse première alvast een voorzet. Wanneer volgt Nederland?