© Morten de Boer

‘Manon’ ontdaan van haar charme

Opera Zuid vervolgt haar serie ‘heroïsche, hormonale en hartstochtelijke vrouwen’ met de opera ‘Manon’ van Massenet. De enscenering van Lotte de Beer bestaat slechts uit onuitgewerkte ideeën.

‘Manon’ (1884) is de veertiende van 34 opera’s van Jules Massenet (1842-1912) en één van zijn meest populaire. Het libretto is in vijf akten geschreven door Meilhac en Gille en gebaseerd op een verhaal van Abbé Prévost, dat al eerder gebruikt was voor werken van Halévy en Auber. Later zou ook Puccini een opera componeren over Manon Lescaut. ‘Manon’ wordt vaak opgevoerd en de afgelopen drie jaar werden in meer dan 20 landen ruim 300 uitvoeringen van zo’n 70 producties gegeven. Bij De Nederlandse Opera(stichting) werd ‘Manon’ echter in 1966 voor het laatst gespeeld.

Opera Zuid brengt nu ‘Manon’ in haar serie ‘heroïsche, hormonale en hartstochtelijke vrouwen’ in een sterk gereduceerde vorm. Bijna een kwart van de opera is weggesneden – de eerste scène van de derde akte zelfs voor de helft – en met name de koordelen zijn eruit gehaald. Regisseuse Lotte de Beer actualiseert ‘Manon’ en ontdoet de opera van al haar charme. Haar Manon is een soort Estelle Cruijf op zoek is naar fortuin. De herberg is een foodcorner op een luchthaven, het Parijse appartement een woonwagen, het Parijse park is een catwalk en de gevangenis een asielzoekerscentrum. Er is veel plastic met felle kleuren en pastel. Manon is in de laatste akte gezond, kondigt en passant haar dood aan, maar blijft leven en trekt zich terug in het asielzoekerscentrum. Het zijn allemaal aardige ideeën, die De Beer helaas niet sterk uitwerkt. Eigenlijk is de scène, waarin De Beer het minst doet – de Saint-Sulpice-scène (zie foto) – de beste.

Muzikaal is de uitvoering echter uitstekend. De Nederlandse sopraan Kim Savelsbergh krijgt bij Opera Zuid de kans haar roldebuut te maken als Manon en zij is uiterst geschikt voor de titelrol. Zij heeft een mooie toon en de hoge noten klinken zeker, inclusief de hoge D aan het einde van haar afscheid “Je marche sur tous les chemin”. Haar prachtige sopraan is in staat tot een lieflijke klank, grandeur en kracht en door vocale middelen, klank en woord bereikt zij een grote uitdrukkingskracht. Haar onschuldige enthousiasme in “Je suis encore tout étourdie” en haar oprecht tedere en sombere reflectie in “Adieu, notre petite table” zijn grote momenten.

Fantastisch is het om de Nederlandse bariton Marco Bakker te horen als de vader van Des Grieux. Zijn “Où vont les premières amours? Où vole le parfum des roses?” – indrukwekkend op één adem gezongen! – bezorgde het eerste kippenvel van de voorstelling. Een zangles voor de jonge zangers van Opera Zuid! De Spaanse tenor Rafael Vázquez Sanchís als de graaf Des Grieux klonk niet gedisponeerd en helaas minder fraai open dan men van hem gewend is. Zijn expressieve acteertalent compenseerde daarentegen. De Nederlandse bariton Martijn Sanders zingt de rol van De Brétigny zelfverzekerd en met stijl.

De Belgische dirigent Ivan Meylemans is een ontdekking. Hij verrast met een idiomatische lezing van de tempi, frasering en orkestrale details van Massenet en geeft blijk van sensibiliteit en finesse. Met het Limburgs Symfonie Orkest heeft hij een goed gevoel voor de subtiele kleurnuances van Massenets harmonieën en in de beheersing van de rubati. Meylemans maakt in de muziek de wanhoop en drama duidelijk, die in de enscenering helaas ontbreekt.