© Ronald Knapp

‘Skupoy’ van Opera Trionfo goed getuigenis en pleidooi

Opera Trionfo voert in het kader van het Grachtenfestival de opera ‘Skupoy’ van Pashkevich op in de tuin van de Hermitage te Amsterdam. Het is een waardevolle opvoering en een belangrijke getuigenis van en een goed pleidooi voor de Russische barokmuziek.

Vasili Pashkevich (1742-1797) was een Russische barokcomponist van Poolse origine, die in de tweede helft van de 18e eeuw in dienst kwam van tsaar Peter III en later van diens weduwe keizerin Catherina de Grote. Zij vroeg hem zelfs één van haar eigen libretti om te zetten in een opera en het resultaat ‘Fevey’ werd in 1786 in de Hermitage van St. Petersburg opgevoerd. Nu twee en een kwart eeuw later speelt Opera Trionfo in het kader van het Grachtenfestival in de tuin Hermitage te Amsterdam de opera ‘Skupoy’ van Pashkevich.

Het is de Nederlandse première van ‘Skupoy’, die in 1781 of 1782 in première ging in St. Petersburg. De komische opera van 17 scènes bracht Pashkevich groot succes. Het werk is gebaseerd op de komedie ‘L’Avare’ van Molière en gaat over de vrek Skrjagin, die de erfenis van 20.000 roebel toebehorend aan zijn nichtje Liubima voor zichzelf probeert te houden. Haar geliefde Milovid stuurt als list zijn dienstmeisje Marfa uitgedost als een rijke gravin op hem af om hem in te palmen en het vermogen te ontfutselen. Behalve de taal waarin het wordt gezongen, is er weinig Russisch aan de opera. Zoals in het Rusland van de 18e eeuw in zwang was, is ‘Skupoy’ gecomponeerd volgens de stijl van de Italiaanse komische opera van Pashkevichs tijdgenoten Paisello en Cimarosa.

De regie bij Opera Trionfo is in handen van Pepijn Cladder (1969), die eerder dit jaar een onderhoudende ‘Les Mamelles de Tirésias’ van Poulenc bij de Dutch National Opera Academy ensceneerde. Zijn regie is één van opkomsten en afgangen en meer dan dat is bij ‘Skupoy’ ook niet te verwachten. Het buffo element is goed aanwezig en er is ruimte voor de enigszins tragische scènes, die af en toe de geestige situaties overschaduwen. De zangstukken – zes aria’s en acht ensembles, waaronder duetten, trio’s, een kwartet en een kwintet – worden gezongen in het Russisch en de dialogen gesproken in het Nederlands. Door deze oplossing wordt het verhaal duidelijk verteld. Daarbij zijn de dialogen voor zeker de helft gereduceerd en dat maakt het verhaal compacter. Al met al is het een voortreffelijke uitvoering door een uitstekend ensemble. Opvallend de twee fantastisch acterende zangers Marcel Beekman als de vrek Skrjagin, Liubima’s voogd, en Brian Galliford als de knecht Prolaz, Milovids dienaar. Allebei zijn zij als vissen in het water. An de Ridder heeft een mooie, lyrische sopraan voor het dienstmeisje Marfa anex gravin. Zij is muzikaal en weet waarover zij zingt. Dirigent Peter Biloen beleeft plezier aan de charmante muziek en geeft met het gelegenheidskamerorkest van Opera Trionfo de zangers veel vrijheid.

Deze opvoering van ‘Skupoy’ door Opera Trionfo is een waardevol evenement, want het is een belangrijk getuigenis van en een goed pleidooi voor de Russische barokmuziek.