© Joris Jansen

Pocketformaat ‘L’incoronazione di Poppea’ in zwart-wit

Dutch National Opera Academy (DNOA), voorheen De Nederlandse Opera Academie, is een samenwerking tussen de conservatoria van Den Haag en Amsterdam en biedt sinds 1996 een tweejarige, voorgezette opleiding aan jonge operazangers. Hun reprise van ‘L’incoronazione di Poppea’ van Claudio Monteverdi (1567 – 1643) is een sympathieke voorstelling en in zijn gereduceerde vorm onderhoudend.

De mogelijkheden van Monteverdi zelf waren gereduceerd toen ‘L’incoronazione di Poppea’ in 1642 in première ging in het Venetiaanse muziektheater, want het budget was beperkt in vergelijking met zijn eerdere opdrachten voor het hof. Het zou Monteverdi’s laatste opera zijn en de eerste opera in de geschiedenis gebaseerd op echte, historische personages. Regisseur en hoofd drama van DNOA Javier López Piñón verplaatst ‘L’incoronazione di Poppea’ naar de jaren 40 van de 20ste eeuw en gebruikt elementen uit de film noir om roddel en achterklap uit te beelden. Dit werkt fris en in zekere zin als een spannende detective. De protagonisten zijn uitgedost als onder anderen Marlène Dietrich, Al Johnson en Mussolini en zit de pers hen voortdurend op de hielen. Onderhoudend worden de publiekelijke acties van de personages van verschillende kanten belicht en geprojecteerd op vlakken aan weerszijden van het decor, dat is ontworpen door Jeroen van Eck, die vorige maand plotseling op 28-jarige leeftijd overleed.

Een opvoering van ‘L’Incoronazione di Poppea’ wordt muzikaal bemoeilijkt door verschillen in de overgeleverde documenten. Er bestaan twee bijna complete maar verschillende partituren en er zijn ruim tien versies van het libretto. De meeste muziek is waarschijnlijk van Monteverdi zelf, maar veel lijkt herschreven, veranderd en toegevoegd. Muzikaal leider van deze DNOA productie Glen Wilson heeft de partituur tot 2/3 teruggebracht en met name de symfonieën en ritornelli weggelaten. In zijn ‘Il ritorno d’Ulisse in patria’ bij De Nederlandse Opera had Wilson alles weggelaten wat niet van Monteverdi was, maar in ‘L’incoronazione di Poppea’ is hij minder puristisch. Hij laat zijn editie eindigen met de finale van de componist Sacrati, zodat wij gelukkig getuige mogen zijn van de kroning van Poppea en de overwinning van haar liefde voor Nero. Poppea wordt hier vertolkt door de Amerikaanse sopraan Maribeth Diggle, die vorig seizoen bij DNOA een uitstekende Donna Elvira zong. Voor de rol van Poppea heeft zij waarschijnlijk veel geluisterd naar de Poppea-vertolking van haar landgenote Danielle de Niese en haar musicalachtige zang gaat snel vervelen. De verdere bezetting van DNOA bestaat uit prima, talentvolle, internationale operazangers met in de andere hoofdrollen Kai Rüütel, Luciana Mancini en Jussi Lehtipuu.