© Hermann & Clärchen Baus

‘Fidelio’ met mitsen en maren

Pas bij de derde versie van zijn opera ‘Fidelio’ in 1814 had Beethoven succes. Toch is zijn enige opera altijd een buitenbeentje gebleven. De reprise van ‘Fidelio’ door de Nationale Reisopera (NR) uit 2002 zorgt voor meer muzikale en scenische tegenwerpingen dan het bedenkingen wegneemt.

Ludwig van Beethoven (1770 – 1827) heeft zijn hele leven lang de hang naar het toneel gehad. Hij schreef muziek voor balletten, ouvertures, toneelmuziek en bij zijn erfenis werden zelfs zes nieuwe libretti gevonden, echter zonder muziek. Voor de moeilijk en onregelmatig creërende Beethoven waren er echter zelden de juiste omstandigheden om een opera te verwezenlijken. De neiging om hem dan ook af te doen als een onkundig operacomponist is onterecht. Tussen de eerste versie van Beethovens enige opera ‘Fidelio’ uit 1805 en de uiteindelijk succesvolle derde uit 1814 was de populariteit van Beethoven gestegen en het begrip voor zijn muziek toegenomen. ‘Fidelio’ was een opera van de nieuwe romantische tijd: Van het onschuldige “Singspiel” aan het begin tot de ode aan de mensheid ondergaat de opera over de grote lijn een dramatische verandering en ook schiep Beethoven met de rol van Leonore in ‘Fidelio’ één van de eerste, veeleisende, dramatische sopraanpartijen.

De hosen- en travestierol van Leonore is één van de moeilijkste rollen uit het repertoire en vereist een mezzo met een goede hoogte of een sopraan met een stevige laagte. De partij wordt bij NR “butch” gebracht door de dramatische sopraan Lisa Livingston, wier spreekstem in de dialogen zelfs lager klinkt dan die van Rocco. Livingston leek niet 100% fit, wat zich uitte een zwak middenregister. Het “Spielpaar” wordt gepast gezongen door het Nederlandse duo André Post als Jaquino en een werkelijk stralende Machteld Baumans als Marzelline, die de rol ook bij de première van deze productie in 2002 al zong. Almas Svilpa heeft een indrukwekkende heldenbariton voor Pizarro. James Creswell als Rocco heeft van nature goede resonansen, maar verliest boventonen in de hoogte. Peter Wedd als Florestan heeft uitbundig krachtige tonen. De bezetting blijkt zoals zo vaak bij NR weer een Brits onderonsje.

Deze ‘Fidelio’ is een vroege productie van Monique Wagemakers met beginnersproblemen. In de eerste plaats wil Wagemakers voortdurend het hele toneel gebruiken met als gevolg dat de personages lopen, klimmen en vallen zonder duidelijke richting, functie of doel, het koor stokstijf aan weerszijden van het toneel staat en Leonore en Florestan hun intieme slotduet 10 meter uit elkaar zingen. Daarnaast zijn er de tekstuele missers. Zo zingt Florestan bijvoorbeeld “Welch Dunkel hier” in de volle schijnwerpers. Tenslotte zijn er de gekunstelde ideeën en vondsten: Waar zag je ooit gevangenen, die zich even verzetten tegen hun bewakers en na één seconde de strijd alweer opgeven? En als het doek opent voor de finale lijkt alles zich te hebben afgespeeld in het buitenaardse… Het beste is Monique Wagemakers als zij gewoon doet wat de componist haar opdraagt, want dan is er af en toe zelfs een pakkende sfeer.

Jammer ook dat een toporkest als het Noord Nederlands Orkest niet een meer geïnspireerde leiding kreeg dan dirigent Patrick Davin. De finale wordt zelfs één grote, muzikale chaos en dat had dit extra-terrestrial slot van Wagemakers nou ook weer niet verdiend.