Marisca Mulder

“De uitdaging een personage tot leven te wekken”

Met groot succes zingt op dit moment de Nederlandse sopraan Marisca Mulder de rol van Kristina in ‘De zaak Makropoulos’ van Janáček bij De Nederlandse Opera. In een vraaggesprek vertelt zij Opera Nederland over haar carrière.

De Nederlandse sopraan Marisca Mulder is geboren in Groningen en komt uit een zeer muzikale familie. “Mijn vader bespeelde als jongeman verschillende instrumenten en bezit een prachtige sonore basstem. Mijn moeder werd in een recensie ooit als veelbelovend zangeres geprezen naar aanleiding van een jazzconcert dat zij in haar jonge jaren gaf. Haar broer kreeg als puber toevallig een viool in handen en begon daar vanuit het niets haarzuiver op te spelen. Maar mijn ouders een mijn oom moesten door de toen heersende calvinistische mentaliteit een echt vak leren en dus werden deze talenten niet gestimuleerd.”

Marisca Mulder begon door puur toeval met het ontwikkelen van haar stem. “Vanaf mijn zesde jaar volgde ik viool- en balletlessen en operazang vond ik als kind overdreven, kunstmatig en geëxalteerd. Ik stak er zelfs regelmatig de draak mee. Zodoende werd mijn stem ontdekt, omdat ik tijdens een schoolcabaretavond als opera-achtig kwelende Loreley de aandacht van mijn muziekleraar trok. Ook mijn vioolleraar Henk Rubingh bracht mij op het spoor. Hij had mijn zangstem nooit gehoord, maar kennelijk herinnerde ik hem aan zijn grootmoeder, die operazangeres was geweest. Nieuwsgierig en open als ik was, besloot ik direct maar een vooropleiding op het Gronings Conservatorium te doen tijdens mijn eindexamenjaar Atheneum. Op het Gronings Conservatorium bracht zanglerares Grethe de Vink mij de liefde voor het lied bij en ik liep al snel warm voor het repertoire van met name Mozart, Schumann en Wolf. Tijdens mijn vervolgstudie aan het Maastrichts Conservatorium deed ik mijn eerste concertervaring op in het Requiem van Mozart. Mijn zanglerares Mya Besselink, die mij door dik en dun steunde, had na afloop tranen in haar ogen. Nadat ik mijn zangstudie Cum Laude had afgesloten in Maastricht raadde Mya Besselink mij aan in Duitsland, waar meer mogelijkheden voor jonge zangers zijn dan in Nederland, opera-ervaring op te doen. Mijn eerste toneelervaring deed ik daar overigens al op tijdens mijn studie, als Nella in Puccini’s ‘Gianni Schicchi’ en Susanna in Mozarts ‘Le Nozze di Figaro’ onder de muzikale leiding van Dennis Russell Davies.

“Vervolgens werd ik aangenomen bij de operastudio van de Beierse Staatsopera, debuteerde in Humperdincks ‘Hänsel und Gretel’ en zong ik opnieuw Susanna en Despina in Mozarts ‘Così fan tutte’. Wolfgang Sawallisch nodigde mij uit deel te nemen aan een tournee in Japan om het toen nieuwe operatheater van Nagoya te openen waar ik in ‘Die Frau ohne Schatten’ van Richard Strauss zong naast Alan Titus en Marjana Lipovsek. Daarnaast was een tournee met Lucia Popp naar Japan, waar zij de gravin in ‘Le Nozze di Figaro’ zong, een enorme ervaring. In de studiotijd won ik twee prijzen op gerenommeerde zangconcoursen: het Koningin Elisabeth Concours en het Cristina Deutekom Operaconcours. Joan Sutherland en José van Dam staken mij een hart onder de riem tijdens het Elisabeth-Concours; dit betekende enorm veel voor mij als jonge zangeres. De vermaarde Wagnersopraan Astrid Varnay, die indertijd aan de operastudio verbonden was als zangcoach, prees mij als een “jonge, lyrische sopraan met uitmuntende acteerkwaliteiten” en schreef een aanbeveling om mij verder te helpen in mijn carrière. Zo bemachtigde ik na een succesvolle auditie een engagement aan de Kasselse Staatsopera, waar ik in staat gesteld werd een uitgebreid repertoire op te bouwen.”

Intussen gasteerde Marisca Mulder ook al regelmatig aan De Nederlandse Opera. “Ik zong er Barbarina in ‘Le Nozze di Figaro’, Karolka in Janáčeks‘Jenůfa’ en Frasquita in Bizets ‘Carmen’. Na mijn contract te Kassel was ik weer twee keer te gast bij DNO als Juliette in Korngolds ‘Die tote Stadt’ en Tebaldo in Verdi’s ‘Don Carlos’. Ik heb toch wel een enorm zwak voor Janáček en geniet dan ook enorm van mijn optreden als Kristina in ‘De zaak Makropoulos’ bij DNO. Ik hoop van harte in een later stadium van mijn carrière ooit de rol van Jenůfa te kunnen uitvoeren.” Op dit moment is Marisca Mulder verbonden aan het theater te Erfurt in Duitsland. “Daar kreeg mijn stem, die intussen steeds voller en lyrischer begon te klinken, de kans verder te ontwikkelen in rollen als Violetta in Verdi’s ‘La Traviata’, Antonia in Offenbachs ‘Les Contes d’Hoffmann’, Jenny in Weills ‘Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny’ en de titelrol in ‘Rusalka’ van Dvorak. Ooit hoop ik nog de rollen van Mimi in Puccini’s ‘La Bohème’, Nedda in Leoncavallo’s ‘I Pagliacci’, Marguerite in Gounods ‘Faust’ en Fiordiligi in Mozarts ‘Così fan tutte’ te mogen zingen.

“In iedere rol is er de uitdaging een personage tot leven te wekken en een boodschap aan de luisteraar te kunnen overbrengen. Muziektheater is voor mij van en voor alle tijden en zet de mens hopelijk aan tot denken, verwerken, reflecteren of dient er ook gewoon toe om te amuseren en af te leiden van dagelijkse beslommeringen. Daarom stel ik me op het gebied van de regie altijd open en flexibel op. Als een regisseur met een goed doordacht concept werkt, ben ik als zanger gemotiveerd, of het nu om conventioneel of modern theater gaat. Ik houd niet van statische “sta-opera’s”, dan kun je een werk ook concertant uitvoeren.” Marisca Mulder zegt zeer tevreden te zijn met het repertoire dat zij het volgende seizoen in Erfurt zal doen. “Ik zing daar mijn eerste Contessa in ‘Le Nozze di Figaro’, de titelrol in ‘Die Czardasfürstin’ van Kálmán, Frau Flut in Nicolai’s ‘Die lustigen Weiber von Windsor’ en de titelrol in ‘Agrippina’ van Händel.”