De hoogste sopranen ter wereld

De klassieke zangstem heeft zijn eigen identiteit door zijn specifieke definitie van registers. Een register is een serie noten, die door mond-, neus- en keelholten worden versterkt. De klassieke vrouwenzangstem bestaat uit vier registers: borst-, midden-, kop- en flageoletregister. Het flageoletregister is het hoogste (ook wel fluitregister genoemd) en wordt over het algemeen wel erkend, maar meestal als separaat beschouwd van de andere registers. In de loop van de vorige eeuw hebben slechts een paar sopranen dit flageoletregister effectief kunnen hanteren en in hun repertoire gebruikt. Aan de hand van een opnamen wordt een aantal van hen bespreken.

De meest bekende sopraan, die gebruik maakte van het flageoletregister was de Franse coloratuursopraan Mado Robin (1918 – 1960). Haar glansrollen waren Lakmé, die zij in 1952 opnam voor Decca Records, Lucia di Lammermoor, Olympia in ‘Les COntes d’Hoffmann’, Gilda in ‘Rigoletto’, Rosina in ‘Il Barbiere di Siviglia’ en Leyla in ‘Les Pêcheurs de Perles. Zij overleed in op jonge leeftijd aan leukemia, een paar dagen voor de 1500ste voorstelling van ‘Lakmé’ aan de Opéra-Comique van Parijs, die voor haar verjaardag was georganiseerd, Het Franse label Marianna Melodie levert drie fraaie CDs met uniek materiaal . Op de tweede CD zingt Mado Robin tijdens een repetitie een C4 (1760 Hz), door wetenschappers ook wel C7 genoemd, en op de derde CD zingt zij aan het einde van de waanzinsaria uit ‘Lucia di Lammermoor’ een Bes3. Verder bevatten de CDs vele interessante opnamen van deze innemende zangeres, die jong overleed aan leukemie. (Marianna Melodie 001771031193 en 061721)

Ook de Duitse coloratuursopraan Erna Sack (1898 – 1972) werd bekend vanwege haar oneindige hoogte. Zij werd geboren in Berlijn, studeerde aanvankelijk aan het conservatorium van Praag en keerde later naar Berlijn terug om te studeren bij Oscar Daniel. Haar carrière kwam begin jaren op gang toen zij de haar stratosferische hoge noten begon te zingen. Zij zong in 1934 in Berlijn de rol van Gilda in ‘Rigoletto’ naast Heinrich Schlusnus en Walther Ludwig onder leiding van Erich Kleiber. Een jaar later zong zij de rol van Isotta in de wereldpremière van ‘Die schweigsame Frau’ van Richard Strauss in Dresden. Dit had tot gevolg, dat zij werd uitgenodigd de rol van Zerbinetta te zingen onder leiding van Richard Strauss zelf toen de Dresden Semperoper 1936 te gast was in het Royal Opera House Covent Garden van Londen. Richard Strauss schreef voor haar een nieuwe cadens in de aria “Grossmächtige Prinzessin”. Zij zong de titelrol in de wereldpremière van ‘Massimilla Doni’ van Othmar Schoeck in 1937 in Dresden. Erna Sack ondernam gedurende haar carrière veel concertreizen. Zo zong zij op 24 oktober 1937 tijdens een concert in de Carnegie Hall van New York naast Joseph Schmidt en Richard Tauber. Gedurende haar carrière heeft Erna Sack vele opnamen gemaakt. Op de opname van de tango “In deinen Augen” van Kaufmann zingt Erna Sack een aantal malen een C4 (Naxos Nostalgia). Erna Sack verscheen in een aantal Duitse films als ‘Blumen von Nizza’ (1935) en ‘Nanon’ (1938) met als tegenspeler Johannes Heesters tijdens diens werkzaamheden in Nazi-Duitsland. De DVD verscheen onlangs op het label met de toepasselijke naam Black Hill.

Een andere sopraan, die ook in films speelde en het flageoletregister exemplarisch gebuikte in het klassieke repertoire was de Poolse Miliza Korjus (1912 – 1980). Miliza Korjus werd geboren in Warschau en verhuisde als kind naar Moskou en vervolgens naar Kiev waar zij met haar muzikale opleiding begon. Zij maakte concertreizen naar Duitsland en werd in 1933 door de Berlijnse Staatsopera geëngageerd. Daar kreeg zij de bijnaam “Berlijnse nachtegaal”. Haar operacarrière duurde slechts drie jaar, aangezien haar stem zich beter leende voor concerten, opnamen en films. In 1938 verscheen Miliza Korjus in de Hollywood film ‘The Great Waltz’ en kreeg daarvoor een Oscarnominatie voor Best Supporting Actress. Tijdens een tour door Zuid-Amerika verbleef zij in Mexico, waar zij de film ‘Caballería del Imperio’ (1942) maakte. In 1944 keerde zij terug naar Amerika en gaf een concert in Carnegie Hall van New York. In 1952 trok zij zich terug van het concertpodium. De Gis3 in “Ombre légère” van Meyerbeer was waarschijnlijk de hoogste noot, die zij opnam. (Hänssler Classic 94509)

Een landgenote van Korjus is de Poolse coloratuursopraan Katarzyna Dondalska, die studeerde aan de muziekacademie van Olsztyn en haar opleiding vervolgde zij in Duitsland aan het conservatorium van Würzburg. Daarna volgde zij verscheidene masterclasses bij ondermeer de sopranen Wilma Lipp en Sylvia Geszty. Dondalska was finaliste van het 2001 BBC Cardiff Singer of the World competitie en het 2002 Internationaal Vocalisten Concours in Den Bosch. Zij zong de rol van de Königin der Nacht in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart onder andere bij de Houston Grand Opera in 2004 en in hetzelfde jaar de rol van Zerbinetta in ‘Ariadne auf Naxos’ van R. Strauss bij de Welsh National Opera. Op haar eerste CD ‘Debut live’ zingt zij een Bes3 in Rossini’s “Una voce poco fa”. (Mons Records Classic MR874381)