juli 2010

Frederic Spotts – ‘The Shameful Peace’

In het boek ‘The Shameful Peace’ (2008) beschrijft Frederic Spotts de moeilijke periode van Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog als een tweeslachtige toestand met twijfelachtige beslissingen van kustenaars en intellectuele elite.

Na de bezetting van Frankrijk door de Nazi’s tekende de Franse maarschalk Pétain de zogenaamde “amistice” in juni 1940. Daarna werd samenwerking met de bezetter gezien als toelaatbaar. De Fransen “pasten zich aan” aan de nieuwe werkelijkheid en behandelden bezetters als vrienden. De populatie accepteerde de bezetting eenvoudig; sommigen uit onverschilligheid, anderen om te overleven. De Nazi’s maakten gebruikt van de naïveté, onnozelheid en ijdelheid van de kunstenaars en infiltreerden, manipuleerden en besmetten hen. Velen van hen vonden hun werk belangrijker en kozen ervoor gevangene te zijn in plaats van vluchteling. Sommigen kwamen zelfs terug naar Frankrijk en naar bezet Parijs. Het aantal homoseksuelen, dat doorwerkte – zoals Gide, Cocteau, Genet, Jouhandeau, Brasillach, Peyrefitte – was uitzonderlijk hoog. Nooit eerder ook was er zo’n grote culturele aanwas geweest. De aantal werken – inclusief films, toneelstukken en boeken – steeg enorm en opera, ballet, schilderkunst en film maakte een ongekende bloei door. Na de oorlog werden de betreffende kunstenaars het eerst berecht, terwijl collaborerende politici nog met rust gelaten werden. Sinds de Franse Revolutie hadden nog nooit zoveel kunstenaars in de Franse gevangenissen vastgezeten. Een voorbeeld daarvan is de sopraan Germaine Lubin. Zij werd na de oorlog vijf maal gearresteerd en bracht vele maanden door in verschrikkelijke gevangenissen afwachtende van haar berechtingen. En wat had zij gedaan? In 1938 zong zij Sieglinde aan de Staatsopera van Berlijn, Isolde in een productie van de Berlijnse Staatsopera in Parijs en Kundry in Bayreuth. Na afloop zou Hitler haar hebben uitgenodigd aan zijn zijde te dineren. Een jaar later zong zij Sieglinde, Kundry en Ariadne in Berlijn en Isolde in Bayreuth, terwijl Frankrijk nog diplomatieke betrekkingen met Duitsland onderhield. Daarna zong zij niet meer in Duitsland. Nadat haar zoon gevangen was genomen in 1940 schreef Lubin aan Winifred Wagner, die zich richtte tot Hitler om diens vrijlating te regelen. De vrijlating van meer dan 20 andere gevangenen zou Lubin volgens eigen zeggen ook op die manier hebben bewerkstelligd en anderen hebben helpen onderduiken. Op 26 augustus 1944 – de dag van de bevrijding van Parijs door de geallieerden – werd Germaine Lubin gearresteerd tijdens de repetities van ‘Alceste’ voor de Parijse Opera en voor enige tijd werd zij zelfs nog opgesloten in het concentratiekamp Drancy. Uiteindelijk werd ze beschuldigd van verraad, veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf, werden haar bezittingen geconfisqueerd en werd ze verbannen van de Parijse opera en uit Frankrijk. Het betekende het einde van haar carrière. Germaine Lubin had pech met de timing van de zitting, de stemming van de jury en rechter, de competentie van haar advocaten en de plaats van het gerechtshof.

Deze controversiële en beschamende episode van de Franse geschiedenis werd door Jean Cocteau ‘The Shameful Peace’ genoemd. De “onafhankelijk wetenschapper” Frederic Spotts schetst in ‘The Shameful Peace; How French Artists and Intellectuals Survived the Nazi Occupation’ portretten en beschrijft anekdoten van kunstenaars, die tijdens de bezetting van Frankrijk leefden en werkten. Volgens Spotts bestond er nog geen boek, dat gaat over het dagelijkse leven van de Franse artistieke elite en hoe zij omging met de Duitse bezetters in deze culturele gevangenis. Spotts tekent portretten van belangrijke Franse intellectuelen, die niet diepgaand zijn, maar zijn invalshoek is verfrissend. Hij maakt duidelijk wat “collaboreren” en “verzet” inhoudt en welke typen, gradaties en motivaties er waren. Hij geeft een duidelijk en afgewogen, eigen oordeel en durft het woord “collaborateur” vrij en overvloedig te gebruiken. Ook de verschillende zware zuiveringen na de oorlog gaat hij niet uit de weg, zoals in het geval van Lubin. Ook al is het onderwerp ouder en is het boek niet een oorspronkelijke bijdrage aan de geschiedkundige literatuur – er zijn weinig nieuwe openbaringen en de meeste feiten zijn wel bekend – Spotts biedt een toegankelijk overzicht met veel informatie. Het boek ontbeert echter academische kwaliteiten, aangezien voetnoten ontbreken.

2008; £ 25.00
ISBN 978-0-300-13290-8
285 pp, Hardcover
Yale University Press, Londen